Draai voor de amandelbasis het amandelschaafsel in de blender tot een droog poeder.
Voeg in drie stappen de poedersuiker toe.
Zeef de massa door een bolzeef.
Voeg de kleurstof en de sinaasappelrasp toe.
Voeg het eiwit dat op kamertemperatuur is vervolgens ook toe en vermeng tot een dik beslag.
Kook het water en de suiker in een schone pan op middelmatig vuur.
De suiker wordt gekookt tot 118°C. Bij 115°C begin je met het draaien van het eiwit.
Als de suiker op de juiste temperatuur is laat je dit uitbruisen en schenk je het bij het eiwit (gemiddelde snelheid).
Wanneer de massa tot 50°C is teruggekoeld, haal je de eiwitmassa uit de machine.
Voeg 1/3 deel van de eiwitmassa aan het amandelbeslag toe.
Wanneer het mengsel homogeen is, voeg je de resterende eiwitmassa toe. De massa die goed vermengd is, vertoont enige taaiheid en wil aan de spatel blijven hangen.
Vul de spuitzak hiermee (spuitmondje nr. 9).
Spuit de macarons op siliconenmatjes op 3 à 4 cm doorsnee. Let op dat er voldoende tussenruimte is bij het opspuiten.
Zet de platen op een droge plek weg, zodat het beslag een dun huidje kan vormen (ca. een halfuur).
Zet de platen in de oven op 115°C met vochtklep open en de ventilatie op halve kracht.
Na 12 minuten bakken zet je de ovendeur voor 5 seconden open.
Na een totale baktijd van 25 minuten haal je de plaat uit de oven en zet deze op een rek weg om rustig af te koelen.