Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de paprika, peterselie, oregano, salami en kaas in een kom. Maak van de vellen bladerdeeg een groot vierkant vel en smeer de tomatenpuree erover uit. Laat aan 1 kant een rand van 2 cm vrij. Verdeel het paprikamengsel erover en rol het deeg op met de vulling naar binnen (eindig bij de vrijgelaten rand). Bestrijk de rand licht met water en plak hem vast. Snijd elke rol in 1 cm dikke rondjes, leg deze op de bakplaat en bak ze in 15 a 20 minuten goudbruin.

Marineer de lamsbout liefst een nacht. Maak in de keukenmachine een marinade van wijn of sherry, olie, kappertjes, mosterd, ansjovis, peterselie, knoflook en peper. Maak met een scherp mes om 5-6 cm inkepingen van 1 cm diep in het vlees. Wrijf de marinade erin, leg het in de braadslede, dek af met folie en zet weg op een koele plaats. Verwarm de oven voor op 190 graden. Maak in de braadslede een bergje van gehakte ui, met een takje rozemarijn en desgewenst de lavendel. Leg de lamsbout op de uien, die zo de basis voor de saus vormen. Strooi de rest van de rozemarijn en de tijm over het vlees. Zet het in de oven en braad het 20 minuten per 500 g als het van binnen roze mag zijn, anders 30 minuten. Haal het vlees uit de oven en laat het 10-15 minuten op een warme plek staan, losjes afgedekt met alufolie. Maak de saus door de uien en de aanbaksels van het vlees los te roeren. Verwijder de rozemarijn en voeg eventueel nog wat wijn toe. Roer dit tot een dikkige saus en voeg dan de chocolade toe. De saus zal hierdoor wat dikker worden en een diepe kleur en aroma krijgen. Zeef de saus voor het opdienen, of haar er de zwarte stukjes ui uit. Serveer met basmatierijst of nieuwe aardappelen en een salade.

Verwarm de oven voor op 190 graden. Vet de vormpjes in met olie of boter. Gebruik per cakaje twee papieren vormpjes voor de stevigheid. Klop met de mixer de boter en suiker tot een romig mengsel. Klop vervolgens de eieren erdoor tot een glad mengsel. Zeef de bloem en het cacao geleidelijk boven de beslag en roer het er egaal doorheen. Vul de vormpjes voor driekwart met het beslag. Hou wat over voor de bovenlaag. Duw in elk vormpje een stukje pure chocolade en dek dit af met wat overgehouden beslag. Bak de cakejes in minuut of 12. Serveer zo warm mogelijk en geef er aarbeien bij om in de chocolade te dopen..

Snijd de worteltjes, venkel en courgettes in ruitjes van 1 cm. Blancheer en ontvel de tomaten, ontdoe ze van de kern en hak ze grof. Verhit voor de groenten de helft van de olijfolie in een grote pan, doe de venkel erin en smoor hem afgedekt 5-6 minuten op laag vuur. Voeg de worteltjes, courgettes en enkele eetlepels water toe. Stoof de groenten nog 10 minuten, net gaar. Doe er de doperwtjes en tuinbonen bij en stoof nog 5 minuten. Hierna moeten er nog een paar eetlepels vocht over zijn. Voeg de resterende olie, knoflook, tomaten en zout en peper naar smaak toe en stoof nog ongeveer 2 minuten. Oer de basilicum door de groenten en houd warm tot aan serveren.

Breng de slagroom met de kaneelstokjes en het snufje zout tegen de kook aan. Laat het zachtjes 20 minuten intrekken. Haal dan van het vuur en verwijder de kaneelstokjes. Roer de chocolade beetje bij beetje door de warme slagroom tot het een homogene massa is. Verwarm het mengsel zo nodig even au bain marie. Laat tot kamertemperatuur afkoelen. Maak op vetvrij papier rondjes van witte chocolade. Vul een spuitzak met een spuitmond naar keuze met het mengsel en spuit vormen op de plakjes chocolade. Haal de bonbons door de getempereerde witte chocolade. Afwerken: meng het kaneelpoeder met de poedersuiker en strooi hiervan, met behulp van een klein zeefje, een beetje op iedere bonbon.