Panir

Breng de melk aan de kook in een pan die zo groot is dat melk omhoog kan komen zonder dat ze overkookt. Maak intussen een vergiet gereed door het aan de binnenkant met twee kaasdoeken te bekleden en het boven een pan te zetten waar de melk in opgevangen kan worden.

Als de melk omhoog begint te komen, roer je er langzaam stremsel doorheen. Laat de melk weer aan de kook komen en een paar minuten doorkoken. De sponsachtige panir zal zich onmiddellijk van de helder geel-groene wei afscheiden. Als de wei niet helemaal helder (te wit) wordt, doe je er nog een beetje yoghurt of citroensap bij. Zijn de panir en wei volledig van elkaar gescheiden, dan vang je de panir op in de kaasdoek.

Wil je stevige panir hebben om blokjes van te snijden of tot een deeg te kneden, bindt de panir dan in de kaasdoek en pers hem enige tijd onder een gewicht (bijvoorbeeld een pan met water). Hoe langer de panir geperst wordt, hoe steviger hij wordt. Haal het gewicht er af en snij de panir zoals je hem hebben wilt. Panir wordt ook stevig als je hem in een kaasdoek ophangt en laat uitlekken.

Als je zachte kaas wilt hebben om te verkruimelen of te kneden, wikkel de kaasdoek dan gewoon stevig om de panir en pers er onder koud stromend water met je handen het vocht uit.

Om panirballetjes te maken ga je als volgt te werk: Doe de panir in de keukenmachine als hij volledig is afgekoeld. Voeg de kruiden naar smaak toe. Maal de panir met de kruiden tot alle panir meebeweegt. Vervolgnes kun je er makkelijk balletjes van draaien en goudbruin frituren in de ghi.