Verwarm de oven voor op 220℃.Doe de paprika, ui, tomaten en chili op een grote met bakpapier beklede bakplaat. Meng met 3 eetlepels olie, een halve theelepel zout en flink wat zwarte peper. Rooster 20 minuten in de oven. Terwijl de groenten roosteren, doe je de tomatenpuree en 1 eetlepel olie in een kleine koekenpan op middelhoog vuur en bak je deze 5 tot 7 minuten, af en toe roerend, tot de tomatenpuree dieprood en gekarameliseerd is. Zet apart om af te koelen.
Doe de komijn- en korianderzaadjes in een kleine pan en rooster ze op middelhoog vuur, onder regelmatig roeren, tot ze aromatisch zijn en je een licht ploppend geluid hoort, 1 tot 2 minuten. Haal de kruiden van het vuur en maal ze met een vijzel tot een grof poeder.
Pak de paprika en uien van de bakplaat, voeg de teentjes knoflook toe en meng alles lichtjes. Zet de bakplaat terug in de oven en braad nog 20 minuten, of tot de groenten zacht en licht geblakerd zijn.
Pel de tomaten- en paprika's. De schillen gooi je weg (er mogen restjes vel blijven zitten, dat is lekker voor de smaak).
Doe de geschilde geroosterde groenten, het tomatenpureemengsel, de gemalen kruiden, 1 eetlepel granaatappelmelasse, ½ theelepel zout en een flinke draai peper in een keukenmachine en pulseer tot een grove pasta, waarbij het mengsel licht grof blijft. Voeg de walnoten toe en pulseer net genoeg om ze grof te malen (het mengsel moet nog wat textuur hebben). Roer de granaatappelpitjes erdoor.
Om te serveren, schep je de muhammara op een serveerschaal of kom en maak je een klein kuiltje in het midden. Garneer met de extra granaatappelpitjes en peterselie en besprenkel met de resterende eetlepels granaatappelmelasse en olijfolie.
Je kunt er ook een bonenpuree bij maken en die als een ring om de muhammara heen leggen en met wat olie besprenkelen.
