Na het rijzen het deeg even doorkneden.Sla de boter slap tot dezelfde hardheid als het deeg. Rol het deeg uit tot een lap, groot genoeg om de boter te omvatten.Leg de plak boter in het midden van het deeg en vouw het deeg er in zijn geheel goed sluitend omheen. De boter mag er niet doorheen komen.Rol dan het geheel uit tot een langwerpige rechthoekige lap. Vouw hem in drieen, draai hem 90 graden en rol nogmaals uit tot een langwerpige lap. Vouw in drieen en leg weg in de koeling om de boter op te laten stijven en het deeg tot rust te laten komen.
Pak de lap er na een half uur weer uit en rol weer uit tot een lange lap. Vouw in drieen en leg weer in de koelkast voor een half uur.
Herhaal dit nog 1 keer en laat de lap dan uitgerold liggen op het werkblad. De breedte van de lap moet ongeveer 18 cm zijn.
Snijd uit het deeg driehoeken van 18 cm hoog en 9 cm breed. Maak in het midden van de basis een insnede van 1 cm in het midden. Trek het deeg een beetje uit elkaar in de breedte en de lengte en begin dan op te rollen vanaf de basis van de driehoek. Trek hierbij het deeg wat naar buiten.
Leg het aldus ontstane croissantje met het overlappende stukje naar beneden op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat de croissants rijzen tot ze verdubbeld zijn in omvang.
Kwast ze in met geklopt ei, en bak ze in een oven van 190 graden, ongeveer 15 minuten, mooi bruin.