Schil de aardappelen en leg ze in koud water om verkleuren te voorkomen. Snijd in tonnetjes met een tourneermesje, of aardappelschilmesje. Zorg ervoor dat alle aardappels gelijke vorm krijgen. Leg ze ook weer in koud water. Gebruik de afsnijdsels voor een ander aardappelgerecht, bijvoorbeeld puree.
Kook ze in het water met zout tot ze gaar zijn.