Rits de cavolo nero van de nerven. Kleintjes mag je aan de nerf laten zitten. De grote nerven zijn te taai om te eten.
Schil de aardappelen en laat ze gaar koken.
Blancheer de bladen cavolo nero zacht, ongeveer vijf minuten. Snijd ze daarna in stukjes. Niet te klein, maar ook weer niet te groot.
Haal de aardappelen door de pureeknijper en maak met melk en boter een smeuïge puree.
Meng dan de cavolo nero en de spekjes erdoor.
Snijd het sjalotje fijn en doe bij de stamppot.
Serveer met een goede rookworst, het mosterdfruit en de jus.