We gebruiken hier worteltjes, maar je kunt dit doen met alle harde groentes.
Leg de worteltjes op de bodem van een pan met de gesmolten boter en draai even rond om alles goed te verdelen. Voeg suiker toe en voldoende water of bouillon om de groente te bedekken. Beweeg de pan af en toe tijdens het koken. Wanneer het vocht bijna verdampt is, moeten de groentes mooi gaar van buiten zijn, maar van binnen nog beet hebben. Zijn ze nog te hard, voeg dan nog wat vocht toe. Wanneer de groente gaat karamelliseren, moet je een paar druppels azijn en wat vocht toevoegen.